19 mei If you are alive, you need help!
Kennen jullie dat dat je een dag hebt waardoor het lijkt alsof je overreden bent door een trein?
Het is vandaag de ‘day after’ en ik ben nog steeds aan het bijkomen. Toch klim ik in de pen. Omdat ik weet dat, als ik het nu niet noteer, het blog er niet van komt. Bono van U2 zegt: “Als ik voel dat er een liedje zich aandient aan mij, dan moet ik gaan zitten anders gaat die naar een andere singer-songwriter.” Zo is dat ook bij mij. Gaan zitten, schrijven en laat het hogere zelf (ik noem dat de uil of de universele intelligentie) maar het werk doen.
Vorige week had ik een nare droom. Ik moest ergens spreken maar echt alles, werkelijk alles ging mis. Mijn vriendin Pascale, had grappig genoeg een gelijksoortige droom over mij. Ik trad zwemmend op, lekker met mijn killerbody in een bikini, ik zag het helemaal voor mij. Ik viel van trapjes af, niemand luisterde, het microfoontje zat niet goed in dat water. Man wat een gestuntel! En toen moest ik nog het water uit! Pascale had zo met mij te doen. Ik vertelde haar dat het wellicht symbool staat voor alles wat er zich nu in mijn leven aandient met betrekking tot mijn ouders; mijn vader die in de crisisopvang zit, dementerend, een rechtszaak heeft gehad omdat hij aangeeft onterecht opgesloten te zitten, helemaal ontheemd is, roept dat het allemaal zijn eigen schuld is, op zoek naar de uitgang, smekend om hulp. En ik, die verdrietig en machteloos aan de zijlijn sta.
Niets vermoedend stond ik gisteren voor de klas om The art of happiness te onderwijzen. Helaas waren er maar vier studenten, waarvan er één weg moest omdat ze bij mijn collega’s een oral exam had. Ze bleken allemaal mondelingen te hebben waar ze zich op aan het voorbereiden waren. Relativeert wel lekker, want mijn ego (ik noem hem Karel) denkt af en toe dat als je les van mij hebt, je een lot uit de loterij hebt gewonnen.
Ik wil checken op mijn telefoon of er afmeldingen zijn van studenten, want dat is onze afspraak. Geen afmeldingen, maar wel een gemiste oproep van Simone. Gelijk weet ik dat ik niet alleen een oproep gemist heb, maar meer dan dat. Ik bel onmiddellijk terug. Simone zegt vriendelijk, maar toch ook wat zenuwachtig: “Waar blijf je? We wachten met 150 man op je bij de gemeente Hengelo.” Ik schakel snel en zeg dat ik eraan kom.
Ik heb deze sessie gewoon goed voorbereid. Hoe dan?!
Ik regel met de studenten dat ik de les verzet naar een ander moment en dat zij aan de gang kunnen met een opdracht. Iedereen blij. Freedom! Wanneer heb je namelijk zulk schitterend weer in Nederland?
Ik haal mijn fiets van het slot, maar weet niet meer hoe de sleutel uit het kettingslot moet. Er is een soort freeze, maar toch weet ik ook dat ik supersnel moet gaan schakelen. Hoe kom ik in Hengelo? We hebben drie auto’s, echt schandalig, maar die zijn alle drie niet bij de deur net nu je ze nodig hebt. De Fiat is bij de garage en de andere twee auto’s hebben de jongens mee naar hun stage en afstudeerplek.
Ik vraag mijn collega Yvonne of zij met de auto op school is. Zij is er namelijk bijna altijd, puur toevallig had ze vandaag een thuiswerkdag. ”Bel een taxi!”, adviseert ze. Briljant idee, dat doe ik en die kan er ‘al’ binnen een half uur zijn. Geen optie dus.
Ik vraag om hulp aan het universum, want helder nadenken lukt nu voor geen meter. Mijn Karel wil graag de macht grijpen; het schuld, schaamte, spijt en boete programma afdraaien dat ik blijkbaar lekker getaped heb van mijn ouders. Ik entertain deze gedachten niet, want dan kan ik de uil niet meer horen, weet ik. Daar moet je best veel voor beoefend hebben om dat niet te doen, want we zijn allemaal in zekere mate verslaafd aan slachtofferschap. “Zie nu maar, vroeger was je ook al zo’n chaoot op school! Waarom heb ik dit nu weer? Het is al zo heftig met mijn ouders!”
Ik zie de auto van mijn sportieve buurman voor de deur staan, ik weet dat hij aan het werk is in het ziekenhuis waarschijnlijk aan het snijden, hij is arts. Denk dat hij rennend is of op de fiets. Ik kan hem niet bellen, maar de super spontane hulp van de familie is er wel. Ik bel aan, de geweldige golden retriever loopt kwispelend op mij af. Zij heeft wel even zin in in mijn knuffels waar ik nu allesbehalve tijd voor denk te hebben en kijkt mij oordeelloos aan, ondanks het feit dat ik dat dus nu niet doe.. In een paar woorden, heel knap voor mijn doen, leg ik uit wat er aan de hand is en ik krijg de sleutels. Ik laad de auto in en probeer te starten, het nadenken gaat moeizaam. Uiteindelijk vind ik de startknop. Ik vertel de organisatie dat ik onderweg ben. Volgende obstakel: nu nog parkeren bij het stadhuis. Met een omweg kom ik er. Maar ik krijg die auto niet uit, was voor het gemak de startknop weer even vergeten. Ik zie een auto achter mij parkeren. “Gelukkig een man!”, denk ik. Mooie overtuiging van mij, dat zij meer verstand van auto’s hebben dan vrouwen. Ik vraag voor de tweede keer om hulp. De vriendelijke man helpt mij graag. “Heb je een parkeerapp?”, vraagt hij mij. “Nee, helaas niet”, antwoord ik. Ik betaal 6 euro parkeergeld voor de zekerheid, wachten duurt lang als je haast hebt. Het apparaat blijkt niet te printen. Ik maak een foto van de automaat en loop naar het gemeentehuis. Geen idee hoe de deur van de auto van de buurman op slot moet. Ik besluit op de frequentie vertrouwen te blijven zitten.
Ik word opgewacht door een super vriendelijke dame die verre van boos is, ondanks het feit dat ik een kwartier te laat ben. We gaan samen naar boven waar een volle zaal ambtenaren geduldig op mij zit te wachten. Ik ben minder vergevingsgezind naar mijzelf, dan zij naar mij, blijkt. Dit komt doordat ik ergens over mijzelf ben gaan geloven dat ik niet okay ben, weet ik. Een mistaken believe… Ik gebruik de actualiteit en stel mij kwetsbaar op, maak botte grappen over mijzelf verwijs uiteraard naar werkplezier.
Mijn MacBook maakt geen verbinding met het scherm. “Kan er ook nog wel bij”, moppert Karel. De uil ziet wat anders, namelijk dat de meneer van de techniek zo vreselijk liefdevol en geduldig zijn best doet.
Een zaal vol liefde, wat wil je nog meer?!
Ik geef mij over en laat de uil aan het woord. Zelfs mijn Karel had na afloop geen genadeloos commentaar: “Eén van de beste optredens ever, mompelt hij.”
Durf jij om hulp te vragen? Weet je dat dat één van de geheimen van werkgeluk is? Karel lijdt aan het ABS (All By mySelf) -syndroom, dat vaak voortkomt uit een wond; hij denkt dat hij een single unit is en dat hij 1-0 achterstaat als hij om hulp vraagt. Maar de ander vindt het juist fijn om je te helpen. Jij helpt toch ook graag? We zijn allemaal één (daar kan het ego/ Karel niet bij) en we doen het helpen (ook) voor onszelf.
Mijn buurman in ieder geval helemaal blij dat hij, met het wagenpark dat wij normaal gesproken voor de deur hebben staan, ons op autogebied heeft kunnen helpen.
Wil jij ook Karel meer en meer doorzien zodat het leven wat lichter wordt?
Kom dan naar een van mijn shows donderdag 27 juni in Denekamp: https://www.kulturhusdenekamp.nl/theater/avondje-geluk-met-mirjam-spitholt
Of kom naar Delden donderdag 26 september: https://www.ticketkantoor.nl/shop/mirjamspitholt2609
No Comments