15 jan Niet eerst zien dan geloven, maar eerst geloven dan zien
In december sprak ik in Delden. De zaal was binnen mum van tijd uitverkocht en iemand die ik goed ken vroeg of ze er toch nog bij kon zijn. Ik regelde twee extra zitplaatsen. Ik leerde haar samen met haar man een aantal jaren geleden kennen tijdens het Grootste Kennisfestival in Deventer, waar ik mocht spreken. Ze waren allebei dolenthousiast en wilden mij inhuren voor de fruittelers-vereniging, waar zij zelf ook deel van uitmaken. Vanwege corona werd de afspraak, die we hadden gemaakt, uitgesteld. Om mij goed in te kunnen leven in het fruittelers vak, werd ik bij het leuke stel uitgenodigd op de boerderij. Diep respect heb ik gekregen voor de mensen met dit beroep; hard werken, bek op het stuur, moeilijk om personeel te krijgen (in de oogsttijd), erg afhankelijk van het weer en de regelgeving van de grote supermarkten.
In de zomer van 2022 komt het er dan toch van en mag ik spreken in een plaatsje in Noord-Holland. Het was best spannend voor mij en voor het bevriende stel hoe het ontvangen zou worden door nuchtere boeren, maar iedereen was onverdeeld enthousiast. Er leek die mooie zonnige dag geen vuiltje aan de lucht. Niet lang daarna spreek ik de dame die mij ingehuurd heeft op de app. Ze vertelt dat de opbrengst van de bij hen beschadigde oogst vanwege een hagelbui, de buitenbeentjes, naar het kankerfonds gaat. Haar man, nog geen 50 jaar, blijkt ongeneeslijk ziek te zijn. Hoe kan je wereld in één klap er zo totaal anders uitzien?!
Het leven is wat je gebeurt, terwijl je andere plannen maakt…
Hij overlijdt binnen korte tijd en het bedrijf is verkocht aan de buurjongen. Zijn vrouw en drie meiden verhuizen naar een ander huis dat ze nog samen hebben kunnen uitzoeken.
In Delden ben ik zo geconcentreerd aan het spreken, dat ik hem eerst niet opmerk, totdat hij op de witte kruk gaat zitten; de atalanta. Ik associeer deze vlinder direct met Esmée uit mijn boek Wil je gelijk of wil je geluk? Ze is een moeder die ik ken van school van onze kinderen en die niet meer lang te leven blijkt te hebben. We hebben vaak mooie, intense gesprekken. We geloven allebei dat er meer is. Zij heeft haar zoontje verloren en die komt steeds voorbijfladderen als een atalanta vlinder. Zij vraagt mij haar nabestaanden eraan te herinneren, dat ze er altijd zal zijn en dat ze knipoogt net zoals als diezelfde vlinder. Ik deel, omdat ik tijdens het spreken altijd in het nu ben, na het opmerken van de vlinder dit verhaal en ondertussen denk ik: “Ik zie haar kinderen en man nooit meer. Hoe ga ik dit vertellen?!”
Ik herinner de mensen in de zaal en mijzelf eraan dat overledenen vaak tekens geven en knipogen naar ons, maar dat wij zo druk zijn dat we dit lang niet altijd zien. Het is trouwens ook eerst geloven en pas daarna kun je het zien.
Mijn kennis is zichtbaar blij na de voorstelling en appt als ze thuis is. Best een eind rijden trouwens, maar daar houdt ze van. Mijn dag kan niet meer stuk. Voor jou was het Esmée, voor mij was het mijn man die knipoogde. Wij hadden samen ook die afspraak.
Die avond in bed vraag ik mij af hoe ik aan mijn belofte aan Esmée kan voldoen. Ik vraag om hulp aan het universum. Dat doe ik altijd als ik het zelf niet zo goed weet.
Mijn ouders wonen inmiddels in een woon- zorgcentrum. Daar is een kerstmarkt voor het personeel waar ze cadeaus uit mogen zoeken. Ik kom kwark brengen voor mijn ouders. Achter de kraam, die bijna voor de deur van het appartement van mijn ouders staat, staat de man van Esmée, zeker vier jaar heb ik hem niet meer gezien. Ik knipoog naar hem en vertel hem dat hij ook een knipoog uit de hemel krijgt. Kort vertel ik over de vlinder en ik herinner hem met de afspraak daarover met Esmée.
Het maakt mij zo blij, dit soort dingen. Ik geloof het en daardoor zie ik het!
Hopelijk zie ik jullie weer in Delden donderdag 7 maart om 20:00 kunnen dan kunnen we ons samen herinneren wie we in essentie zijn.
Met deze link kun je reserveren.
Geen reactie's